maandag 13 mei 2013

Techneut van het hart met Mario Creanza



Techneut van het hart

Op een heerlijke maandagmorgen fietste ik naar mijn bestemming. Daar aangekomen ging het automatische hek open en werd ik door een jonge hond besprongen. Mario Creanza zei iets tegen de hond en die luisterde gelijk. Een doortastende  man, dat merkte ik meteen. Een belangrijke eigenschap voor een cardioloog, wist ik. Nadat we binnen waren, kreeg ik wat te drinken aangeboden en konden we gelijk beginnen met het interview. 

Mario Creanza komt oorspronkelijk uit Italië en werkt als cardioloog in het Beatrix ziekenhuis. Mario sprak enthousiast met een Italiaans accent over zijn baan toen ik vroeg wat zijn baan precies inhoudt en het ijs was meteen gebroken: ‘Er wordt veel gewerkt op de polikliniek, daar houden we spreekuur. Dit doen we halve dagen, van half 9 tot 12. Patiënten komen dan voor controle of we spreken met nieuwe patiënten. Daarnaast werken we in de operatie kamer, daar doen we kleine ingrepen zoals pacemakers plaatsen. Die kleine operatie duurt maar een uur.’ Nadat ik aantekeningen heb gemaakt en knik praat Mario verder: ‘Het team van cardiologen bestaat uit 6 man, elke 2 weken krijgt iemand van ons de taak om de afdeling te runnen. Dit zijn erg stressvolle weken. We moeten dan dag en nacht bereikbaar zijn. Normaal hebben we 1 keer in de week een nachtdienst, dus dat is wel een groot verschil. Als runner van de afdeling moet je jonge artsen in de gaten houden, ingrijpen als het niet goed gaat, alles observeren en spoedgevallen helpen. Op dat moment is er dan ook minder tijd voor spreekuren.’ Het klinkt allemaal best heftig, deze baan. Heel drukke schema’s en veel werkuren. Op dat moment hoorden we van buiten een groot gerinkel. De speelse hond had mijn fiets omgegooid en mijn  fietslamp was eraf gevallen. Mario stond gelijk op en gaf de hond een stevig standje. We konden weer verder.

Het studieplan                                        

 Ik ben erg geinteresseerd in een  baan in de gezondheidszorg dus ik vroeg aan meneer Creanza hoe het studieplan er ongeveer uit ziet: ‘Na het vwo of gymnasium ga je geneeskunde studeren. Dat duurt 3 jaar. Daarvan werk je 1 jaar in een ziekenhuis, 1 jaar in een huisartsenpraktijk en 1 jaar college. Als je dit goed hebt afgerond ben je basisarts. Als je dan nog niet weet waar je je in wilt specialiseren kan je 1 jaar in het ziekenhuis gaan werken. Het specialiseren in cardiologie duurt 6 jaar.’

Mario: ‘Ik wilde eigenlijk heel graag grafisch ontwerper worden.’

Droombaan                                                       

Zou dit zijn droombaan zijn? Of had Mario vroeger andere plannen? Hij kijkt een beetje bedrukt toen ik over dit onderwerp begon en vertelde dat hij eigenlijk heel graag grafisch ontwerper was geworden: ‘Dat leek me zo leuk, tekenen was mijn hobby. Maar mijn ouders vonden het geen echte studie, dus ik koos toch maar voor cardiologie. Dat deed mijn vader ook, dus ik was er al als kind mee opgegroeid. Ouders hebben toch een grote invloed op je.’ Ik vroeg of hij toch gelukkig is met zijn baan en hij zegt lachend dat dat zo is. Of hij nog veel tijd voor zijn hobby heeft? Nee, dat niet… Cardioloog is een erg drukke baan.  Hij wilt later ook niets meer met grafisch ontwerpen gaan doen, zegt hij vastberaden. ‘Voor mijn vak moet ik up to date blijven.’ Ik keek Mario vragend aan. Hij begon gelijk uit te leggen wat hij bedoelde: ‘De techniek verandert tegenwoordig zo snel, dat ik bij blijf. Operatie gereedschappen en technieken veranderen met de jaren en het is belangrijk dat een arts zijn gereedschappen en technieken goed beheerst. Fouten kunnen cruciaal zijn. Tegenwoordig worden er binnen specialisaties ook subspecialisaties gevormd. Zo zijn de taken in ons team ook verdeeld. Mijn subspecialisatie is de pacemaker en ik ben van de ICT. We zijn bezig om een patiënten dossier te ontwikkelen.’

Pacemaker?                                                       

Ik begon me toch wel af te vragen wat nou een ‘pacemaker’ is. Mario vertelde me dat het een klein kastje is en pakte zijn Iphone om het mee te vergelijken. Het kastje bestaat uit een batterij en een printplaatje, waar het programma in staat. Met 2 draden wordt het kastje verbonden met het hart, zodat als het hart ermee stopt of langzamer gaat kloppen het kastje die taak overneemt. Het kastje wordt onder de huid geplaatst. Zoals Mario al eerder zei is het geen heftige operatie. Mario’s teIefoon ging af en hij nam hem op met de vraag of hij later terug kon bellen. Hij verontschuldigde zich en hij ging verder met uitleg geven over het hart: ‘Het hart heeft continu elektriciteit nodig. Dat wordt normaliter door soort ‘elektrische draden’ in je hart geregeld. Bij sommige mensen werkt dat niet goed, door bijvoorbeeld ziekte of ouderdom. Daar is de pacemaker dus een ideale oplossing voor.

Mario: ‘Het lichaam moet gerepareerd worden en jij bent de techneut.’

Bij het idee dat als ik iemand moet opereren en in mensen moet gaan snijden, krijg ik al de rillingen. Mario zegt dat dat door mijn leeftijd komt: ‘Toen ik begon met mijn studie was het onwennig om in een lijk te snijden. Naarmate je vordert in je opleiding als arts ga je er met heel andere ogen naar kijken. Je gaat een lichaam bekijken als een techneut die iets moet repareren.’

Risico’s                                                      

‘Koelbloedig, snel wakker kunnen worden’, Mario denkt even na, ‘en scheiding kunnen maken tussen emotie en rationaliteit zijn de belangrijkste eigenschappen voor een arts.’ Wat ik me nu afvraag, is wat er gebeurt en hoe je ermee om gaat als het fout gaat tijdens de operatie. Mario: ‘Er komen zeker wel eens complicaties voor, complicaties zijn fouten die gemaakt worden tijdens operaties. Soms zijn die fouten ernstig, soms minder ernstig.’ Mario vertelde ook dat het belangrijk is dat het aantal complicaties onder een vastgesteld gemiddelde blijft. Daarom word er ook streng gecontroleerd. Ik vroeg Mario om een voorbeeld te geven van een complicatie die hij een keer heeft meegemaakt: ‘Als ik een pace maker operatie doe, moet er met een naald onder de huid worden geprikt, dat is best gevaarlijk, als je op een verkeerde plek prikt kan er een klaplong ontstaan of een bloedvat beschadigen. Het is een soort gokken, en uit ervaring leer je waar je precies moet zijn. In 10 jaar heb ik 3 klaplongen gehad. Dat is relatief weinig.’

Ik vroeg hoe hij daar mee om gaat, met die complicaties. Mario antwoordde heel professioneel: ‘Het is natuurlijk enorm vervelend en ik voel me dan ook echt schuldig, maar het is het risico van het vak. Ik leg aan de patiënt  uit wat er fout is gegaan en bied mijn oprechte excuses aan. Ik probeer er altijd van te leren.’ Dit slaat weer terug op het karakter van een cardioloog. Wees koelbloedig en maak scheiding tussen emotie en rationaliteit.

Als afsluiting vroeg ik Mario om zijn tip voor aankomende artsen. Mario: ‘Leer niet alleen stof uit je hoofd, maar leer ook met mensen praten, dat ga je heel veel nodig hebben.’ Mario heeft  een goed beeld geschetst van het beroep cardioloog. Al met al een waardevolle maandagmorgen……