donderdag 13 juni 2013

Ingezonden brief opdracht 7


Beste Casper Horsch,

Naar aanleiding van uw column ‘WIJ WILLEN LES VAN SLIMME EN COOLE LERAREN, NIET VAN ‘ZESJES’’ in het NRC Handelsblad wil ik graag mijn mening geven over een aantal van uw stellingen.

Ten eerste de stelling: ‘Alleen een gemotiveerde en capabele leraar weet de minder goede leerlingen enthousiast te maken en binnenboord te houden, en de slimmeriken uit te dagen.’

Ik ben het met deze stelling eens, omdat ik als leerling van het Gymnasium Camphusianum zelf ervaring heb gehad met een leraar die geen orde kon houden. De gemiddelde prestaties van de leerlingen leden hieronder. Hoe meer orde de leraar kan houden, hoe beter de resultaten. Het is dan ook belangrijk dat er leraren met een sterke mentaliteit worden aangenomen.

Ten tweede de stelling: ‘Het streven moet niet zijn om mensen aan te trekken die voor een paar euro’s extra in de maand wel voor de klas willen zitten, maar om academici aan te trekken die het niet alleen voor die eurootjes doen, maar ook voor de waardering, uitdaging en maatschappelijke relevantie van hun baan.’

Hier ben ik het niet volledig mee eens, dit is makkelijker gezegd dan gedaan, want de vraag is: zijn er überhaupt mensen te vinden die dit er voor over hebben? Een keuze tussen een baan waar je veel verdient en een baan waar het salaris veel lager ligt en de arbeid relatief zwaar is, is voor iedereen makkelijk gemaakt, vooral in deze tijden van crisis.

Ten derde de stelling: ‘Hierdoor wordt het beroep van leraar populairder, doordat men ziet dat je slim en cool bent als leraar – en niet te slecht om een ander beroep uit te oefenen.’

Ook hier ben ik het niet mee eens. Wie zegt dat een beroep ‘cool’ of ‘populair’ moet zijn? En wie zegt dat leraren ‘te slecht zijn’ om een ander beroep uit te oefenen? Dit klopt niet, want leraren brengen leerlingen heel veel bij, wat bijvoorbeeld de ouders ze niet zelf bij kunnen brengen in de meeste gevallen. Er zijn natuurlijk uitzonderingen.
Al met al vind ik het een goed idee om het model van Finland over te nemen, maar het moet natuurlijk wel haalbaar zijn.
Groet,
Anouk Schouten