Ik vind dat er op schoolfeesten licht-alcoholische drankjes
verkocht moeten worden. Leerlingen van zestien jaar en ouder hebben voorheen
ook zwaardere alcoholische dranken mogen
nuttigen, dus het is onzin dat zelfs licht-alcoholische dranken verboden zijn
voor de oudere leerlingen. Als er alcohol verkocht wordt op de schoolfeesten,
ook al zijn het maar licht-alcoholische drankjes, komen er meer oudere
leerlingen op het feest. De feesten waren een stuk gezelliger en leuker toen er
nog achttienplussers naar de schoolfeesten kwamen. Het schoolfeest was altijd
iets om naar uit te kijken, nu wordt het schoolfeest vaak gezien als een saaie
bedoeling. Voorheen stonden de schoolfeesten van het Gymnasium Camphusianum
bekend als ‘dé schoolfeesten van Gorinchem en omstreken’. Als er alcohol verkocht zal worden, vermoed ik dat ook
de opbrengst van de kaartverkoop omhoog zal schieten. Er komen weer meer mensen
af op de schoolfeesten en het extra geld dat de GGC verdient kan weer geschonken
worden aan goede doelen. Alle gezellige leerlingen zijn het ermee eens dat de
schoolfeesten met deze oudere leerlingen vele malen leuker zijn.
Schrijfdossier van Anouk Schouten
woensdag 1 oktober 2014
zondag 21 september 2014
Klas 5 schrijfopdracht 1; motivatiebrief Rotaryclub
Nieuwe Hoven 73
4205 BB Gorinchem
Anouk Schouten
4223 MH Hoornaar
Hoornaar, 22 september 2014
Betreft: motivatie studeren in het buitenland
Geachte heer/mevrouw,
Een kennis
vertelde mij over jullie club, en dat jullie elk jaar een student naar het
buitenland zenden om daar te gaan studeren voor een jaar. Ik ben Anouk Schouten en ik ben zestien jaar. Met deze
motivatiebrief hoop ik dat deze mooie kans werkelijkheid wordt voor mij. De
Rotary club trekt mij erg aan omdat jullie veel doen voor andere mensen, zonder
onderscheid te maken in ras of geloofsovertuiging. Ik zou vol vertrouwen en met
een gerust hart alleen op reis gaan met jullie als organisatie.
Ik zit in de vijfde klas van het Gymnasium Camphusianum te
Gorinchem. Dit gaat mij al 5 jaar makkelijk af. Ik ben elk jaar met een goed
rapport over gegaan, en enkele keren zelfs ‘Cum Laude’. Naast school heb ik
vanaf leerjaar twee topsport schaatsen gedaan. Hier ben ik vorig jaar mee
gestopt om modellenwerk te gaan doen. Ik ben erg zelfstandig hierdoor geworden
en al vaker een lange tijd zonder ouders of andere familieleden in het
buitenland verbleven. Doordeweeks geef ik bijles aan kinderen uit de onderbouw,
dit doe ik met veel plezier.
In de toekomst hoop ik een succesvol arts te zijn. Het lijkt me
een heel leuk en mooi vak, omdat je veel met mensen omgaat en ze ook daadwerkelijk
gelukkig kan maken en kan helpen. Het is ook een erg stressvol vak, maar door
de modellen- en topsportwereld heb ik goed leren omgaan met stress. Ik heb op
jonge leeftijd al leren omgaan met teleurstellingen en met het verbeteren van
jezelf. Ik ben een doorzetter en stop niet graag voordat ik bereikt heb wat ik
wil bereiken. Nadat ik mijn loopbaan op het Camphusianum heb afgerond hoop ik
medicijnen te gaan studeren.
Vorig jaar heb ik ‘advanced Cambridge’ lessen genomen, omdat ik
zelf al heel lang het plan heb om in het buitenland te gaan studeren. Zonder
Cambridge word je niet aangenomen op veel buitenlandse universiteiten. Wat me
heel bijzonder lijkt aan een jaar naar het buitenland, is de nieuwe cultuur
waarmee je te maken krijgt. Nieuwe dingen leren en mijn horizon verbreden. Het
zou een opstapje zijn voor een carrière in de gezondsheidszorg, die ik ook graag
wil uitoefenen in het buitenland.
Ik ben zeker klaar om alleen een jaar naar het buitenland te
gaan om te studeren en ik ben enorm gemotiveerd. Ik hoop veel nieuwe dingen te
gaan leren en me op deze manier verder te ontwikkelen op sociaal gebied. Ik hoop ook dat u me uitnodigt voor een gesprek zodat ik mijn motivatie mondeling kan toelichten.
Met vriendelijke groet,
Anouk Schouten
woensdag 16 april 2014
recensie opdracht NL
Een avondje eten bij een ‘sterrenkok’
Op een woensdagavond reden we
naar Pekelstad om te gaan eten bij de Bolle Buik. Deze tent staat goed
bekend, met zijn bistro en restaurant met een Michelin ster. We waren dus erg
benieuwd wat deze avond ons ging brengen en we kozen voor de bistro. De inrichting
van de bistro was kaal en de tafels en stoelen stonden zo dicht op elkaar, dat
het moeilijk was om een serieus gesprek te voeren zonder dat er iemand aan het
meeluisteren was. Nee, dat was niet ideaal. Verder zag de inrichting er
liefelijk uit. Er was zorgvuldig een thema gekozen, het gaf ons een beetje het ‘Franse
bistro’ gevoel. Ook het menu was afgestemd op dit thema, dat was leuk gedaan. We
gingen in een hoekje zitten aan een tafel voor twee en zaten met de knieën
tegen elkaar, wat erg storend was. Iets meer ruimte was welkom geweest.
Een lieftallige dame kwam naar
ons toe om de drankjes op te nemen, wij kozen voor twee wijnen van het huis. 5
minuten later kwam deze dame weer terug met de drankjes. De wijn was geschonken
in een mooi kristallen wijnglas en hij smaakte erg goed. Een wijn die ik zeker
nog een keer zou kiezen. Toen was het tijd om het menu te kiezen. We vroegen om
een kaart, maar de dame wees ons erop dat we naar het schoolbord achter ons
moesten kijken, waardoor wij onze nekken moesten verdraaien. We keken met
priemende ogen om het te kunnen lezen naar het schoolbord. Er stonden een stuk
of 3 gerechten op van elke menugang. Niet erg veel keuze dus. Gelukkig zat er
iets bij wat we wel zagen zitten.
We bestelden als voorgerecht
allebei een carpaccio en het hoofdgerecht was een zalm voor mij en een
biefstukje voor mijn partner. De carpaccio was redelijk snel klaar, wat een
pluspunt is, maar de carpaccio was nog hartstikke koud. Is dit een geval van
een ‘koelkastgerecht’? Verder hadden wij niets te klagen over de carpaccio,
deze was heerlijk verrijkt met wat rucola sla en een lekkere dressing, waarvan
ik wel betwijfel of die huisgemaakt is. In ieder geval, met een carpaccio kan
er weinig fout gaan. We bestelden nog wat te drinken en op een rustig tempo
kwam het hoofdgerecht aan. De timing was allemaal er goed geregeld. De zalm was
precies goed en er zat een lekker dille sausje bij. Voor de biefstuk wilde wij
een medium garing, maar hij was te veel doorbakken. Dezelfde kok als het
sterrenrestaurant hiernaast heeft deze waarschijnlijk gebakken, is dat niet erg
vreemd? Hier trokken we onze wenkbrauwen op. De vis was lekker, biefstuk
helaas niet, en de friet die we als bijgerecht kregen was te slap. We eindigden
met een toetje van slagroomsoesjes met karamelsaus. De slagroomsoesjes waren
nog een beetje bevroren, een diepvries product dus. De karamel saus was
heerlijk en nog best heet. Toen we de rekening vroegen waren we goed verzadigd
en het was een gezellige avond geweest.
De bediening was aardig en de
prijs van het eten was ook lager dan verwacht. Voor ons betekent dit helaas geen
ritje meer naar de bistro van Pekelstad; de ruimte was teleurstellend en het
eten was niet zoals je het verwacht van een top chef; kant en klare sauzen en
een doorbakken biefstuk hoort niet thuis in een goede bistro.
donderdag 20 februari 2014
woensdag 30 oktober 2013
Opdracht 2, Verslag
Trillend stond ik voor de start van de mooie Max Aicher
Arena te Inzell, Duitsland.
Door de glazen wanden die de ijsbaan omringden streek er
licht over mijn gezicht heen. Dit is verreweg de mooiste ijsbaan die ik ooit
heb gezien. Jammer van de verouderde boarding. De oude grijze kussens met een
rode streep erdoor lopend past totaal niet bij de moderne, kleurrijke en door
zonlicht verlichte ijsbaan. Deze ijsbaan beschouwt het TVM-team als thuisbaan.
Die morgen heb ik nog naast Sven Kramer gezeten op een bankje. Hij had samen
met zijn coach en Ireen Wust een gesprek over de klimaatbeheersing in deze
mooie en warme ijshal. Vandaag heb ik goed gerust, heerlijk in de bergen losgefietst op de racefiets met mijn vrouwelijke teamgenootjes. Al die leuke duitse huisjes, de frisse berglucht en de kleine klimmetjes doen je goed in de ochtend voor een belangrijke wedstrijd. We hebben een uurtje losgefietst en zijn daarna weer op bed gaan liggen. Veel rusten, maar toch actief blijven is heel belangrijk op de dag van je wedstrijd.
Toen was ik er weer met mijn hoofd bij, ik stond voor de
start van de 500 meter. Het ijs was
perfect, die ochtend ging mijn start heel goed en hetzelfde geldt voor de
techniek. Wat kon er mis gaan? ‘Naar de start’. Vol zelfvertrouwen reed ik
langzaam naar de rode lijn en zette mijn voeten in de goede positie. Ik zette
mijn bril nog een keertje stevig op mijn neus en zakte in toen de starter ‘Klaar’
zei. Ik dacht eraan wat de coach tegen me heeft gezegd: Diep zitten bij de
start, de eerste pas goed zijwaarts zetten, diep blijven zitten en fel zijn. ‘Piep!’
Daar ging ik dan, proberend zo fel mogelijk te zijn. Ik vergat het diepzitten
en dat was me bijna funest in de bochten. Ik kon me herpakken en ging als een
speer door op het rechte stuk. De laatste bocht mocht niet fout gaan. Ik had al te veel tijd verloren bij de start
en de eerste bocht. Ik knalde de bocht goed door en ik gaf het laatste rechte
stuk ook alles. Ik stak mijn voet naar voren en keek omhoog naar de tijd. Hmm.
45,6 seconden. 0,1 seconden boven mijn persoonlijk record. Best netjes voor de
eerste wedsrijd van het seizoen. Jammer van de fouten. Mijn coach maakte een wijfelend
gebaar naar me, de tijd valt niet tegen, maar het had harder gekund. Gelukkig
had ik nog een 1500 meter, mijn specialiteit, om hard te rijden.
Ik trok mijn schaatsen uit en besprak de vorige race met
mijn coach. We weten precies wat er fout ging, dus ik kon daar op gaan letten
bij de volgende rit. Ik had er superveel zin in en had een goed gevoel. Ik
voelde me sterk. Na iets gegeten te hebben ging ik inlopen en keek ik naar de
andere mensen uit het Gewest. Sommige reden een PR, andere reden slechter.
Opzich mogen we allemaal tevreden zijn voor de allereerste wedstrijd van het
seizoen. Ik trok mijn rubberen snelheidspak met moeite weer aan en deed nog wat
explosieve sprongen. Daarna trok ik mijn schaatsen weer aan en ik was gelijk
aan de beurt. In mijn hoofd herhaalde ik de punten waar ik op moest letten deze
race. Voor de tweede keer deze dag ging ik naar de start. ‘Klaar… Af!’ Ik gaf
alles bij de eerste 300 meter, dat moet altijd bij de 1500 meter. Ik had een
hele goede opening en de 700 meter reed ik ook erg hard. Mijn coach riep dat ik
dieper moest gaan zitten. Bij de volgende doorkomst, 1100 meter, riep mijn
coach dat ik door moest gaan, ik reed op een PR! Laatste rondje, alles geven.
Ik reed op de tijd 2.17,00. Helaas kakte ik de laatste bocht en het laatste
rechte stuk in en finishte ik op 2.18,24. Dit was een persoonlijk record van
een seconde van mijn Heerenveen tijd af! Ik was super blij en heb de race goed gereden. Mijn coach was ook
tevreden. Er waren wel veel punten waar ik op moest gaan letten voor de
volgende keer in Nederland. Ik ging met een tevreden gevoel terug naar huis. maandag 23 september 2013
Reactie op forum, schrijfopdracht 1
Gebrek aan Nederlands
Het is een feit dat er minder gelezen word. Zelfs boeken kan
je tegenwoordig op internet vinden. Het zou de taak moeten zijn van de scholen
om dit terug te draaien. Ik ben het eens met zijn opmerking over de docenten
die het vak Nederlands doceren. Iedereen kan en mag tegenwoordig docent worden.
Hier moet ik wel bij zeggen dat dit vooral voor het lagere niveau van belang
is. Op vwo en gymnasium wordt er nog wel veel gelezen. Ik vind dat leerlingen,
ongeacht het niveau, juist meer zouden moeten lezen. Ik ben het niet helemaal
eens met de opmerking over de (v)mbo scholen die amper Nederlands les krijgen.
De schrijver stelt dat er tegenwoordig nog maar 1 uur Nederlandse les wordt
gegeven op (v)mbo scholen. Ik ben dit nagevraagd aan vmbo-leerlingen en gemiddeld
wordt er 3 a 4 uur Nederlandse les gegeven. Dit wordt in de vorm van lezen,
schrijven en grammatica gedaan. Dit klopt dus niet helemaal met de stelling uit
de tekst. Per jaar moeten er 4 boeken gelezen worden bij vmbo scholen. Bij vwo
is dit aantal aanzienlijk hoger, 12 tot 20 boeken per jaar. Dit is een
aandachtspunt voor de scholen om de Nederlandse taalkennis van de leerlingen te
verbeteren. Ik ben het eens met de stelling dat er een groeiende instroom van
Nederlandse kinderen is die thuis gebrekkig of geen Nederlands spreken. Deze
kinderen zouden extra aandacht moeten krijgen op school.
donderdag 13 juni 2013
Ingezonden brief opdracht 7
Beste Casper Horsch,
Naar aanleiding van uw column ‘WIJ WILLEN LES VAN SLIMME EN COOLE LERAREN, NIET VAN ‘ZESJES’’ in
het NRC Handelsblad wil ik graag mijn mening geven over een aantal van uw
stellingen.
Ten eerste de stelling: ‘Alleen een gemotiveerde en capabele leraar
weet de minder goede leerlingen enthousiast te maken en binnenboord te houden,
en de slimmeriken uit te dagen.’
Ik ben het met deze
stelling eens, omdat ik als leerling van het Gymnasium Camphusianum zelf
ervaring heb gehad met een leraar die geen orde kon houden. De gemiddelde
prestaties van de leerlingen leden hieronder. Hoe meer orde de leraar kan
houden, hoe beter de resultaten. Het is dan ook belangrijk dat er leraren met
een sterke mentaliteit worden aangenomen.
Ten tweede de
stelling: ‘Het streven moet niet zijn om
mensen aan te trekken die voor een paar euro’s extra in de maand wel voor de
klas willen zitten, maar om academici aan te trekken die het niet alleen voor
die eurootjes doen, maar ook voor de waardering, uitdaging en maatschappelijke
relevantie van hun baan.’
Hier ben ik het
niet volledig mee eens, dit is makkelijker gezegd dan gedaan, want de vraag is:
zijn er überhaupt mensen te vinden die dit er voor over hebben? Een keuze
tussen een baan waar je veel verdient en een baan waar het salaris veel lager
ligt en de arbeid relatief zwaar is, is voor iedereen makkelijk gemaakt, vooral
in deze tijden van crisis.
Ten derde de
stelling: ‘Hierdoor wordt het beroep van
leraar populairder, doordat men ziet dat je slim en cool bent als leraar – en
niet te slecht om een ander beroep uit te oefenen.’
Ook hier ben ik het
niet mee eens. Wie zegt dat een beroep ‘cool’
of ‘populair’ moet zijn? En wie zegt
dat leraren ‘te slecht zijn’ om een
ander beroep uit te oefenen? Dit klopt niet, want leraren brengen leerlingen
heel veel bij, wat bijvoorbeeld de ouders ze niet zelf bij kunnen brengen in de
meeste gevallen. Er zijn natuurlijk uitzonderingen.
Al met al vind ik het een goed idee om het model van Finland over te nemen, maar het moet natuurlijk wel haalbaar zijn.
Groet,
Anouk Schouten
Abonneren op:
Posts (Atom)