woensdag 30 oktober 2013

Opdracht 2, Verslag


 
Het schaatswalhalla van Europa.

Trillend stond ik voor de start van de mooie Max Aicher Arena te Inzell, Duitsland.
Door de glazen wanden die de ijsbaan omringden streek er licht over mijn gezicht heen. Dit is verreweg de mooiste ijsbaan die ik ooit heb gezien. Jammer van de verouderde boarding. De oude grijze kussens met een rode streep erdoor lopend past totaal niet bij de moderne, kleurrijke en door zonlicht verlichte ijsbaan. Deze ijsbaan beschouwt het TVM-team als thuisbaan. Die morgen heb ik nog naast Sven Kramer gezeten op een bankje. Hij had samen met zijn coach en Ireen Wust een gesprek over de klimaatbeheersing in deze mooie en warme ijshal.

Vandaag heb ik goed gerust, heerlijk in de bergen losgefietst op de racefiets met mijn vrouwelijke teamgenootjes. Al die leuke duitse huisjes, de frisse berglucht en de kleine klimmetjes doen je goed in de ochtend voor een belangrijke wedstrijd. We hebben een uurtje losgefietst en zijn daarna weer op bed gaan liggen. Veel rusten, maar toch actief blijven is heel belangrijk op de dag van je wedstrijd.

Toen was ik er weer met mijn hoofd bij, ik stond voor de start van de 500 meter. Het ijs  was perfect, die ochtend ging mijn start heel goed en hetzelfde geldt voor de techniek. Wat kon er mis gaan? ‘Naar de start’. Vol zelfvertrouwen reed ik langzaam naar de rode lijn en zette mijn voeten in de goede positie. Ik zette mijn bril nog een keertje stevig op mijn neus en zakte in toen de starter ‘Klaar’ zei. Ik dacht eraan wat de coach tegen me heeft gezegd: Diep zitten bij de start, de eerste pas goed zijwaarts zetten, diep blijven zitten en fel zijn. ‘Piep!’ Daar ging ik dan, proberend zo fel mogelijk te zijn. Ik vergat het diepzitten en dat was me bijna funest in de bochten. Ik kon me herpakken en ging als een speer door op het rechte stuk. De laatste bocht mocht niet fout gaan.  Ik had al te veel tijd verloren bij de start en de eerste bocht. Ik knalde de bocht goed door en ik gaf het laatste rechte stuk ook alles. Ik stak mijn voet naar voren en keek omhoog naar de tijd. Hmm. 45,6 seconden. 0,1 seconden boven mijn persoonlijk record. Best netjes voor de eerste wedsrijd van het seizoen. Jammer van de fouten. Mijn coach maakte een wijfelend gebaar naar me, de tijd valt niet tegen, maar het had harder gekund. Gelukkig had ik nog een 1500 meter, mijn specialiteit, om hard te rijden.
Ik trok mijn schaatsen uit en besprak de vorige race met mijn coach. We weten precies wat er fout ging, dus ik kon daar op gaan letten bij de volgende rit. Ik had er superveel zin in en had een goed gevoel. Ik voelde me sterk. Na iets gegeten te hebben ging ik inlopen en keek ik naar de andere mensen uit het Gewest. Sommige reden een PR, andere reden slechter. Opzich mogen we allemaal tevreden zijn voor de allereerste wedstrijd van het seizoen. Ik trok mijn rubberen snelheidspak met moeite weer aan en deed nog wat explosieve sprongen. Daarna trok ik mijn schaatsen weer aan en ik was gelijk aan de beurt. In mijn hoofd herhaalde ik de punten waar ik op moest letten deze race. Voor de tweede keer deze dag ging ik naar de start. ‘Klaar… Af!’ Ik gaf alles bij de eerste 300 meter, dat moet altijd bij de 1500 meter. Ik had een hele goede opening en de 700 meter reed ik ook erg hard. Mijn coach riep dat ik dieper moest gaan zitten. Bij de volgende doorkomst, 1100 meter, riep mijn coach dat ik door moest gaan, ik reed op een PR! Laatste rondje, alles geven. Ik reed op de tijd 2.17,00. Helaas kakte ik de laatste bocht en het laatste rechte stuk in en finishte ik op 2.18,24. Dit was een persoonlijk record van een seconde van mijn Heerenveen tijd af!  Ik was super blij en heb de race goed gereden. Mijn coach was ook tevreden. Er waren wel veel punten waar ik op moest gaan letten voor de volgende keer in Nederland. Ik ging met een tevreden gevoel terug naar huis.

 In de dweilpauze

1 opmerking:

  1. Hoi Anouk,

    Leuk stukje heb je geschreven!
    Je hebt een leuke activiteit genomen om een verslag over te schrijven.
    Toch mis ik een aantal dingen.
    Je had wat meer feiten kunnen beschrijven, bijvoorbeeld dat je in Duitsland op trainingskamp was en wat voor wedstrijd het precies was. Was het een wedstrijd tussen alle mensen die meegingen naar Duitsland, of kwamen er nog mensen uit andere landen?
    Verder had je de sfeer wat beter kunnen beschrijven.
    In een verslag moet je altijd je onderbouwde mening zetten. Ook dit had je wat uitgebreider kunnen doen.
    Je lay-out is goed, alleen vind ik het plaatje iets minder relevant.
    De schrijfvaardigheid van deze schrijfopdracht was slot. Deze mis ik in jouw stukje. Er staat wel 'ik ging met een tevreden gevoel naar huis', maar deze zit vast aan de laatste alinea, Hiermee had je een slot kunnen maken.
    Op deze dingen kun je de volgende keer letten!

    Julia

    BeantwoordenVerwijderen